Coturnix japonica

De Japanse kwartel is een van de populairste grondvogels voor in de volière. Van nature komt de Japanse kwartel voor in Japan en in delen van Zuid en Oost Azië.

Verzorging

Japanse kwartels zijn over het algemeen redelijk rustig. Uit eigen ervaring blijkt dat de kwartels zich snel aan hun verzorger hechter en vrij ‘tam’ worden.

Als huisvesting voor  de Japanse kwartel voldoet een volière met voldoende beschutte plekken. Dit kan door middel van beplanting, dakpannen, stenen, etc. De kwartels kunnen in de volière overwinteren mits er voldoende beschutte plekken zijn. Aangeraden wordt om meerdere hennen per haan te houden, zo blijft er rust in de kooi.

De Japanse kwartels voeden zich met op de grond gevallen vruchten en zaden. Ook insecten staan op het menu. Als basis kan een zadenmengsel voor tropische vogels verstrekt worden, dit kan aangevuld worden met groenvoer in de vorm van vogelmuur. Het verstrekken van dierlijke eiwitten in de vorm van meelwormen of buffalowormen wordt zeer gewaardeerd. Natuurlijk dient er schoon drinkwater aanwezig te zijn. Indien men de kwartels voor de eieren heeft kan er een siervogelmix gevoerd worden.

Doordat de Japanse kwartels tegenwoordig voornamelijk machinaal worden uitgebroed, komt natuurbroed zelden voor. Zelf heb ik geen ervaring met natuurbroed, aangezien de hennetjes de eieren door heel het verblijf leggen en verder geen nest maken. 

Geslachtonderscheid

Bij de wildkleur en enkele andere mutaties is de haan van de hen te onderscheiden door zijn keelband. Bij mutaties waar deze keelband zowel bij de haan als de hen ontbreekt kan men het geslacht bepalen door vanaf de staart richting de cloaca te duwen. Komt er wit schuim uit betreft het een haan.