Rosé Kaketoe

Eolophus roseicapilla

Ringmaat: 10 mm

De rosé kaketoe is circa 30 cm groot en overwegend roze van kleur. Dit maakt de vogel een opvallende verschijning. Het natuurlijk leefgebied van deze vogels is verspreid over bijna heel Australië. Hier leven ze in grote groepen, van soms wel duizend exemplaren. In de natuur nestelen ze in holle eucalyptusbomen en brengen veelal 2 nesten per jaar groot.

Gedrag en huisvesting

De Rosé kaketoes op de hobbykwekerij zijn gehuisvest in een voliere van circa 5,5 x 1 x 2 meter. De vogels hebben op deze manier een ruime vlucht en beschikken over een vorstvrij nachthok. Qua gedrag zijn de vogels zeer rustig wanneer en raken snel vertrouwd aan de verzorger wanneer ze deze eenmaal kennen. In tegenstelling tot andere kaketoe soorten schreeuwen rosé kaketoes bijna nooit. Wanneer ze wel geluid maken is dit ook geen onprettig geluid. 

Voeding

Rosé kaketoes hebben de aanleg om wat sneller vet te worden, een uitgebalanceerde voeding is dan ook belangrijk. Zelf verstrek ik de vogels als basis een mengsel van grof parkietenzaad met papegaaienvoer. Daarnaast wordt het menu dagelijks aangevuld met diverse soorten groente en fruit. Dit bestaat onder andere uit mais, doperwten, bloemkool, wortels, broccoli, spinazie, boontjes, appel en paprika. Ook onkruiden en graszaden worden graag gegeten. Door het jaar heen verstrek ik de vogels eenmaal per week eivoer. Wanneer het broedseizoen nadert wordt de hoeveelheid groente en eivoer opgevoerd om de vogels in broedstemming te krijgen, eivoer wordt dan ook dagelijks verstrekt. Vanzelfsprekend hebben de vogels altijd de beschikking over maagkiezel en grit. 

Geslachtsonderscheid

Het geslacht bij volwassen vogels is te zien aan de kleur van de iris. Bij mannen is deze (donker)bruin, terwijl deze bij de poppen meer rood/bruin is. Sommige mannen die in broedstemming zijn hebben ook een dikkere oogring.

Kweek

Aangezien de vogels de aanleg hebben snel vet te worden worden deze net na de winter op een schraal dieet gezet zodat de vogels mooi op gewicht zijn. Vervolgens wordt het menu in maart aangepast en wordt de hoeveelheid groente en eivoer vergroot. Ook worden er veel verse wilgentakken aangeboden (met en zonder bloemknoppen). Op deze manier wordt de broedstemming bevordert. Qua nestgelegenheid bieden ze de voorkeur aan een uitgeholde natuurstam. Wanneer het broedblok goed gekeurd is en de vogels in broedstemming verkeren blijven de paringen niet lang uit. Nadat we de eerste paringen gezien hadden volgde na ongeveer één week het eerste ei. De volgende eieren werden om de 48 uur gelegd. Soms beginnen de vogels al na het eerste ei met broeden, andere beginnen pas wanneer er 2 of 3 eieren liggen. De eieren worden in circa 25 dagen uitgebroed. Na circa 2,5 a 3 weken kunnen de vogels geringd worden met een 10mm ring. De jongen worden door beide ouders gevoerd en verlaten het nest na circa 7 weken. Vervolgens worden deze nog circa 2 weken door de ouders gevoerd totdat deze volledig zelfstandig zijn.